Rozen planten doe je in de volle grond of in potten of bakken. Maar hoe en wanneer doe je dat precies en wat is de beste plek?
Tijdstip
Rozen koop je met kale wortels óf in een pot. Een roos met kale wortels, plant je van oktober tot en met april. De gunstigste maanden zijn oktober en november. Rozen in een pot kun je het hele jaar door planten, zelfs als ze volop in bloei staan. Voor allebei geldt dat er geen vorst in de grond mag zitten.
Rozen planten in de volle grond
- Het is belangrijk dat er lucht door het rozenperk kan circuleren. Dit regel je door twee tot drie rozen per vierkante meter te gebruiken. Dat komt overeen met een onderlinge plantafstand van 60 à 70 cm. Zorg ervoor dat als je roos solitair staat, andere planten niet te dichtbij staan.
- Maak een ruim en diep plantgat dat minstens twee keer zo breed, en anderhalf keer zo diep is als de wortelkluit. Voeg bij een schrale bodem een bodemverbeteraar toe. Deze zijn kant-en-klaar te koop bij tuincentrum of kwekerij.
- Maak, als je plant op een plek waar al eerder rozen hebben gestaan, het plantgat groter (minimaal 40 x 40 cm) en vul deze met verse grond: bemeste tuinaarde of aarde van een ander deel van de tuin.
- Meng extra compost door de grond. Het verbetert het water- en voedselbufferend vermogen en zorgt voor een luchtigere structuur, zodat overtollig water sneller wegtrekt. Compost zorgt ook voor een actief bodemleven, waardoor meer voedingsstoffen beschikbaar komen voor de plant.
- Voeg alvast water aan het plantgat toe, of zet een roos met kale wortel vooraf een paar uur in een emmer water. Hij kan zich dan volzuigen met water.
- Veel rozen zijn geoculeerd: ze bestaan uit een (wilde) onderstam en het rozenras zelf. Plant een geoculeerde roos zo diep, dat de oculatieplaats (dat is de verdikking boven de wortels waar de eerste takken zitten) 3 cm onder de grond zit. Op die manier is de oculatieplaats beschermd tegen uitdrogen en vorst. Bovendien voorkom je dat de onderstam uitloopt en wilde scheuten vormt. Voor rozen op eigen wortel (die zijn niet geoculeerd) geldt dat alle wortels en een klein stukje van de stam onder het grondoppervlakte moeten komen.
- Druk de grond rond de struik licht aan.
- Woel organische mest door de bovenlaag.
- Geef tot slot water.
Rozen planten in potten of kuipen
- Gebruik een pot die genoeg ruimte aan de kluit geeft en voorzien is van gaten aan de onderkant. Dan kan overtollig water weglopen.
- Om te voorkomen dat de pot in de winter stuk vriest, breng je een laagje noppenfolie aan. Let er wel op dat het gat aan de onderzijde van de pot vrij blijft, om te kunnen afwateren. De noppenfolie vangt, tijdens een vorstperiode, het uitzetten van het water op. Dit zorgt ervoor dat de pot heel blijft.
- Breng een laagje grind of kleikorrels van ongeveer vijf centimeter onder in de pot aan, voor een goede drainage.
- Verwijder de pot voorzichtig van de wortelkluit.
- Zet de roos in de pot en zorg ervoor dat de bovenkant van de wortelkluit minstens één centimeter onder de rand van de pot komt.
- Vul de rest van de pot met de potgrond en druk deze goed aan.
- Maak de pot vervolgens goed nat.
Zon en ruimte
Rozen houden van zon. Voor een optimale bloei heeft de plant minimaal vijf tot zes uur direct zonlicht nodig. Daarnaast zorgt de zon voor afrijping van de rozenbottels. Plant ze daarom op een zonnige plaats in de tuin of op het balkon of terras. Naast zon is ruimte belangrijk. Te weinig ruimte betekent te weinig licht en lucht in de struik. Bij regenachtig weer en dauw kan het blad dan niet goed opdrogen en wordt de roos gevoeliger voor ziektes. Zet rozen vijftig centimeter van de muur, om uitdroging te voorkomen.
Tips voor rozen planten
- Plant nooit wanneer het te nat is. Dit kan de structuur van de grond bederven.
- Rozen wortelen van nature diep. Spit daarom diep de grond voordat je gaat planten.
- Verwijder de pot van de wortelkluit door de pot ondersteboven te houden en voorzichtig in de pot te knijpen. Zo komt de wortelkluit los van de pot zonder dat de wortelkluit beschadigd. Knip desnoods de pot kapot als dit niet lukt.
- Zorg ervoor dat de oculatie (de plaats waar vertakking begint) ongeveer drie cm onder de grond komt. De roos kan dan na een strenge winter nieuwe takken aanmaken vanuit de slapende ogen die onder de grond zitten. Ook heb je minder last van wildopslag.
- Heb je droge grond in de tuin? Breng dan een extra mulchlaag (organisch materiaal) van ongeveer vijf centimeter aan. Dit zorgt ervoor dat de grond minder snel uitdroogt door zon en wind.
- Rozen planten doe je liever niet op een plaats waar eerder rozen stonden. Hierdoor kan de grond uitgeput zijn. Wil je toch graag opnieuw rozen op dezelfde plek planten? Voeg dan een flinke hoeveelheid compost toe aan de grond. Rozen groeien het beste op een vochthoudende en voedselrijke grond.
Ook interessant:
Rozen snoeien
Rozen verzorgen